De reddende engel

Dag 72; 25 juli van Figeac naar Gréalou 22 km (totaal 1416 km)

Zo vroeg al gaan wandelen bevalt goed. De temperatuur buiten is prima. Al vrij snel lopen we de stad uit en is het weer klimmen geblazen. Boven aangekomen maakt H nog wat foto's terwijl J langzaam doorloopt want zijn voeten doen pijn als hij stilstaat. De pelgrim uit Hoogstraten loopt een stuk met ons samen waarna hij doorloopt (zijn tempo is aanzienlijk hoger dan het onze nu J zoveel last heeft van zijn voeten). Onderweg passeren we een aantal stenen hutjes, caselles genaamd, gemaakt van platte kalksteen zonder mortel. De stenen werden zodanig gestapeld en beetje bij beetje naar binnen gelegd zodat een gewelfd stenen dak ontstond zonder houten spanten te gebruiken. Het wordt steeds warmer, later hoorden we dat de temperatuur was gestegen tot boven de 36 graden. In Gréalou willen we overnachten maar we weten dat de Gite vol zit, toch maar proberen want we zitten er helemaal doorheen. Esther, de eigenaresse van de gite geeft aan vol te zitten maar ziet aan ons dat we op zijn. We krijgen het ene na het andere glas siroop aangeboden, ze denkt even na en zegt dan dat ze een reserveplek heeft op een zolder boven een schuur naast de gite. Nou dat maakt ons echt niet uit, we zijn veel te blij dat er ruimte is. Er staan 2 hoge luchtbedden en er is een douche met toilet. Later geeft ze aan een andere pelgrim ook nog een plek op deze zolder, met haar man draagt ze een matras naar boven. Aan H vraagt ze of het goed is dat er nog iemand bijkomt. Ja natuurlijk zeg!!! Deze pelgrim, een jongeman uit Oosterrijk, heeft er al 2200 km opzitten. Hij loopt met een kar die hij achter zich aantrekt. Hij loopt tussen de 40 en 50 km per dag. In deze gite zien we meerdere bekende pelgrims terug. Iedereen wordt aan het werk gezet door Esther om het avondeten te bereiden. Deze gite is een superplek met heel veel gezelligheid. Esther loopt de hele tijd te redderen, een geweldige vrouw. Na het eten speelt ze op haar accordeon voor ons. Daarna gaat ze naar huis en wij pelgrims allemaal slapen.